Ontspannen in de tuin zitten met de zon op je bol en een zacht briesje door je haar, dat doen we allemaal graag. Maar erin werken, ervaart niet iedereen als een genoegen. Veel tuinbezitters zijn voortdurend in de weer met snoeischaar en schrepel en ervaren tuinieren als corvee. Het kan ook anders: Grijp niet teveel in. Laat de natuur voor je werken. Zo schep je een geschikte biotoop voor vogels, vlinders, bijen en ander leven en maak je je tuin tot een natuurbeleving.
Tuinen liggen er vaak bij als een verlengstuk van de woonkamer. Het terras ziet er uit alsof het regelmatig gestofzuigd wordt. De getrimde planten verraden dat de snoeischaar het meest gebruikte tuingereedschap is: “Dan ligt het er weer netjes bij, nietwaar”. In de perken heeft elke plant zijn of haar eigen plekje. De grond ertussen is ontdaan van elk groeisel. Zo zien we het graag. Maar dat zo’n tuin een soort steppe is waar planten een overlevingsstrijd voeren, ontgaat veel mensen blijkbaar.
Als je alle planten, struiken en heesters zonder aanziens des persoons en zonder oog voor de wensen en behoeften van de plant telkenmale flink kortwiekt. Als je alles wat haar kopje boven de grond uitsteekt voor onkruid houdt. Je alle snoeisel en ‘onkruid’, inclusief dood blad als tuinafval meegeeft aan de vuilophaaldienst. Dan heb je na verloop van tijd geen tierige tuin meer maar een soort steppe waar planten een overlevingsstrijd voeren. (Aan water zullen ze zelden gebrek hebben, want o wee als een plant maar tekenen van slapte vertoont, dan staan we er direct naast met gieter of tuinslang.)
In deze tuin vinden de plantenwortels niet genoeg voedsel meer. De sapstroom is arm, want de mineralen en sporenelementen die de plant nodig heeft, zijn in de biobak afgevoerd. Verzwakt als ze zijn, hebben de planten weinig verweer tegen ziekten en plagen. Wat wel zijn kansen grijpt zijn bepaalde natuurlijke, niet gekweekte, planten. Die stellen weinig eisen en groeien dat het een lieve lust is. We noemen dit onkruid. Geen nood, want de tuincentra hebben oplossingen voor al deze problemen. Tal van bestrijdingsmiddelen en een keur aan meststoffen staren de trotse tuinbezitter vanuit de schappen aan. Ook is er geen gebrek aan fraai ogende planten. Aan de slag dus.
Na zo’n ingreep krijgen de tuineigenaars van alle kanten lof toegezwaaid: “Meid wat ligt jouw tuin er mooi bij.” De aangeschafte planten zien er inderdaad uit alsof zij er zin in hebben. In de kwekerij hebben ze zich volop kunnen laven aan mineralen (kunstmest) en zijn ze royaal bespoten tegen insecten en schimmels. In het steppentuintje kunnen ze één seizoen overleven en volgend jaar ziet het tuincentrum de tuinvrouw graag weer terug voor een volgende ronde van plantjes poten en laten creperen.
Het kan anders. Uw tuingrond is het levende substraat dat de planten voedt. Laat daarom afgevallen bladeren liggen of hark of veeg ze de tuin in. Houdt ook snoeiafval en onkruid in de tuin want ook deze beschermen en voeden het onzichtbare leger van schimmels en bacteriën, en van wormen, geleedpotigen en insectenlarven. U zult merken dat die al in het vroege voorjaar hard aan het werk gaan om bladeren te verteren en af te breken tot op molecuulniveau. Dat verteringsproces van bladeren maar ook van snoeiafval en onkruid geeft de voedingselementen terug aan de bodem die planten er bij hun groei aan hadden onttrokken.
U zult ook zien dat onkruidzaden minder kans krijgen te ontkiemen en dat de grond niet hard is en verdicht maar rul en korrelig. Mensen met een tuin klagen vaak over het onkruid dat zo welig tiert. Laat ik een geheim verklappen: Wie zijn of haar tuin op een natuurlijke wijze onderhoudt, zal verbaasd staan hoe weinig onkruid er groeit. Bedenk ook dat te veel orde en regelmaat een tuin saai, onnatuurlijk maakt. Bij een levende, natuurlijke tuin hoort een zekere chaos, zij het een beheerste chaos. Zo kom ik op de belangrijkste regel voor natuurvriendelijk tuinieren: Beweeg mee met de natuur en verzorg uw tuingrond want die verzorgt uw planten.
Verplaats u in de natuur. Grijp niet te veel in. Gun uw tuinflora een zo natuurlijk mogelijk uiterlijk en een omvang die bij een elke soort past. Boomsoorten en struiken die van nature hoog worden, zijn niet geschikt voor kleine tuinen. Hanteer de snoeischaar met mate. Geef de houtachtige (struiken en heesters) en kruidachtige planten zoveel mogelijk de gelegenheid om uit te groeien. Bij snoeien verwijder je individuele takken en vooral zijtakken en takjes om de vorm of de omvang van struik of heester aan te passen. Niet te verwarren met knippen, bedoeld om heggen recht en strak te houden.
Waar blijf je met het tuinafval, vooral met blad en snoeisel? Maak in de tuin, uit het zicht, een hoekje vrij voor fijn, gemakkelijk afbreekbaar tuinafval - en liefst ook voor groente- en fruitafval - en maak daar compost van. Grof, houtig tuinafval kunt u trouwens ook prima in uw tuin houden, verborgen achter struiken. Wij gebruiken zelf de gemeentelijke gft-bak (biobak) alleen voor grof, langzaam afbreekbaar, houtig snoeiafval, afkomstig van de klimop en heesters.
De composthoop moet onderhouden worden. Hiervoor verwijs ik naar het internet, want daarover is veel te vertellen. Er zijn negatieve verhalen in omloop zoals stankoverlast en overlast van ongedierte, maar dat ongemak is te voorkomen. Uiteindelijk moet de compost over de tuin worden verspreid. Dat gaat het gemakkelijkst met een schoffel. Omspitten ontraad ik, want dat verstoort het bodemleven teveel.
Natuurlijk tuinieren waarborgt de vruchtbaarheid van uw tuin waardoor planten zich gezonder ontwikkelen en minder last hebben van droogte, ziekten en plagen. Dat verlengt bovendien hun leven en maakt kunstmest en bestrijdingsmiddelen overbodig. Wees bovendien zuinig met sproeien of anderszins bevochtigen van de tuin. Planten zijn behoorlijk flexibel in het doorstaan van droogte. In ons gematigde Nederlandse klimaat gedijen veel planten beter in droge zomers met veel zon dan bij somber en vochtig weer. Mijn conclusie: Maak het u gemakkelijk en kies voor natuurlijk tuinieren. Dan krijgt u er vast (weer) plezier in.
Reactie plaatsen
Reacties